Soms luister je geboeid naar iemand die met een andere cultuurbril naar de wereld kijkt. Je hoort die persoon iets zeggen wat voor hen vanzelfsprekend is, maar voor jou onverwacht. En plots valt een – luikje in je bewustzijn open en groeit een nieuw perspectief. Dat gebeurde bij mij vrijdag weer.
Ik hoorde Esther zeggen: “Voor ik een gesprek kan beginnen met iemand, moet ik weten hoe we gerelateerd zijn aan elkaar. Hetzij door land, door kunst, door het moederschap, of wat dan ook … Ik moet een referentiepunt vinden van hoe wij als mensen aan elkaar verbonden zijn.” Dan pas had ze het gevoel dat er betekenis kon ontstaan in de dialoog die zich verder ontspon.
Er lichtte iets op binnen in mij. Al jaren herhaal ik in mijn D&I coaching de mantra RELATIE KOMT VOOR INHOUD als we verbinding in diversiteit willen maken. Sterker dan in de woorden van Esther had ik het nog niet geïllustreerd gezien.
Esther Benin is docente en Navago dichteres. Ze was in België op bezoek in het kader van het project Nizhónígo Yííkado – We walk in Beauty. Dit is een samenwerking tussen Navago, Amerikaanse en Belgische artiesten, performers, wetenschappers, schilders, beeldhouwers en onderzoekers. Een initiatief van prof. dr. em. Rik Pinxten. De groep reflecteert met elkaar en met het publiek op onze plaats hier op Aarde in de context van de circular interconnectedness (circulaire verwevenheid) van mensen en niet-mensen.
De nood van Esther om zich eerst als mens te kunnen relateren aan haar gesprekspartner voor ze in het gesprek kan duiken, leidt ertoe dat ze aan iedereen die ze hier ontmoet, de vraag stelt: “En waar kom jij vandaan? Van waar ben je?” Enigszins verbaasd antwoordt de Ander steevast: “Ik ben van hier.” Daarin vindt Esther onvoldoende houvast: “Ja maar, ben je hier ook geboren?” … Op die vraag krijgt ze de info die ze zoekt, het ankerpunt in het verleden, bij de mensen die ons voorgegaan zijn: de Ander is geboren in Duitsland, of Nederland, of … Esther verbaast zich erover dat ze moet doorvragen om tot dit ankerpunt te komen: “Je hebt dus wel net je voorouders ontkend.”
Ze biedt hiermee voor mij een nieuw perspectief op de gevoeligheid in onze samenleving rond de vraag: “Waar kom je vandaan?” Veel mensen die deze vraag gepresenteerd krijgen, lezen er de verdoken boodschap in dat ze hier niet thuis horen. Maar is dat ook de intentie van de vragensteller? Misschien even vaak niet als wel. Misschien moeten we dat actiever gaan aftoetsen … Voor Esther creëert die vraag de opening om de voorouders toegang te verlenen tot het hier en nu. Ze opent de poort naar het verleden, waar de mensen leven die ons gemaakt hebben tot wie we zijn.
En zou dat niet de ware betekenis van inclusie zijn? Dat we in het gesprek over hoe we samenleven en samenwerken onze voorouders kunnen laten aanschuiven aan tafel, als een ankerpunt van hoe wij als mensen gerelateerd zijn aan elkaar in tijd en ruimte, als een hommage aan wie ons het leven schonk, zonder dat het een territoriumstrijd moet inluiden over wie hier het meeste thuis hoort – en dus het meest in de pap te brokken heeft.